dichter, denker, kunstenaar

Bitter – gedichten


 
Geen psychologisch verkooptechnisch uitgekiende titel. Maar er kan altijd nog een buikbandje omheen met een ritsje positieve superlatieven. Te bestellen bij de uitgever of bij elke boekhandel in Nederland.
 
EAN: 9789464358926
Auteur: Adrie Krijgsman
Titel: Bitter
Uitgever: Brave New Books
Bindwijze: paperback, 54 pagina’s
Prijs: € 14,00
 
Je kunt de bundel bestellen bij elke boekhandel, of bij de uitgever Brave New Books.
 

Een recensie:

 
*
Op zijn weblog Kunst-stukjes schreef Jurjen K. van der Hoek op 8 oktober 2021 een (prachtige) recensie over mijn bundel Bitter
 

Bitter smaakt zoet in de woorden van Adrie Krijgsman

 
“het wolkendek slokt allengs bergtoppen op / drukt het landschap dicht / ontneemt het de hortende adem / het karige licht” Hij zit achter zijn bureau. Tuurt over de velden, of staart over de daken. Want de plek van die schrijvershut of de zolderkamer kan ik van hieruit niet traceren. Ik zie hem daar zo zitten op de keukenstoel. In gedachten. De schrijver, de dichter. Met de pen tussen de vingers, als een slagwerker die jongleert met de drumstokken. Deze draaien door zijn vingers rond, jaloers bezag ik dat toen. Net zoals de mens die altijd alle ballen in de lucht kan houden, stinkend jaloers.
 
Op die pen, een ballpoint, knaagt hij. Kauwt wanneer hij niet schrijft. De punt is verbeten. Hij leent de pen niet uit, wanneer daarom gevraagd wordt. Daarom. Het is zijn pen, zijn DNA kleeft eraan. Hij heeft een reeks woorden uit die pen gezogen. Net alsof de inspiratie in de inkt daarvan zit. Maar niets is minder waar. Zijn invallen komen van over de velden, langs de bomen. Van over de daken, langs de goten. De pen zet hem tot nadenken, peinzen, mijmeren. De auteur, de poëet. Want wat wanneer hij niets opschrijft, maar met zijn graaitaal het onhoorbaar gesprek via het qwertytoetsenbord op het beeldscherm zet. Dan is er geen pen. Kan hij nergens op knagen. Komt er dan geen woordenstroom? Het zit niet in de pen, het zit in de atmosfeer. Het leven.
 
De woordenstroom die door zijn gedachten vloeit komt van heinde en ver. Hij deed een voorwaartse sprong achteruit in het duister, waar het kapokmatras van zijn jeugd besmet tussen restafval lag. Hij is Adrie Krijgsman. Ik lees zijn nieuwe bundel “Bitter”, gedichten die niet vrolijk zijn en niet gemakkelijk zo wordt het aangeprezen. Op de achterzijde haalt hij enkele woorden uit mijn beschouwing over zijn vorige bundel “Pandemisch” aan. Dat schept verwachtingen, dat drukt op mijn objectief inzicht. Maar, geen probleem, ik kan mijn gedachten onbevooroordeeld over de woorden laten zweven. Dat dan weer wel.
 
Die woordenstroom, die afdruk vindt in de bundel als uitdrukking van gedachten. Ik zie het zo voor me hoe dat gaat, en werkt. Het overkomt ook mij. Het is niet eenvoudig de concentratie op een enkel onderwerp te houden. Gedachten flitsen door het hoofd. Denk je hier aan, peins je daarover en filosofeer je een eind weg. Weg van de eerste ingeving, en weer terug. Golft de gedachtestroom op de hersenactiviteit. En houdt dat denken stil, plots, slaat de bliksem in, op dat ene moment en die enkele inspiratie. Dan volgt een besluiteloos overleggen welke woorden aan die gedachte uitdrukking kunnen geven. De beslissing valt op de meest sprekende zin, op dat moment. Overlezend later kunnen strepen getrokken worden, woorden vervallen, backspace, delete. Kill your darlings.
 
Maar welke de ballotage met verve doorloopt, wat is afgedrukt in de bundel, overstemt de verwachtingen. Het is geen vervolg, geen tweede deel. Het is een op zichzelf staande verzameling. Ik lees het als een autobiografie. Een zelfportret. Het grijpt als min of meer bittere avonturen om zich heen in klinkende volzinnen. En er is humor in “Bitter” en een zonzijde in de sarcastische blik op de dag van vandaag. Een cynische kijk op de dag van morgen, en een weemoedig zien naar gisteren. Krijgsman wil niet leuk doen en vrolijk zijn, maar is dat hier en daar in de soms ellenlange gedichten wel degelijk. De adders onder het gras ratelen dat het een lieve lust is. Hij heeft een gemoedelijk gemoed, dat vermoedelijk vermoedt dat alles niet zo zwart is als de nacht ons doet geloven.
 
In de tijd van opsluiting. Sociale banden doorgeknipt. Niet voor altijd, maar voor een schier overzichtelijk korte tijd. Met het licht aan het eind van de tunnel in zicht. In die duisternis door een virus bestuurt gaan gedachten op de loop. Voeren ze terug naar eerder. Of juist vooruit naar later. Het heden filosofisch benaderd, overdacht beladen. De toekomst geprofeteerd, het verleden omschreven. En Krijgsman laat niet alleen zijn gedachten gaan, nauwelijks in het wilde weg, maar leest ook ingevingen in. Zijn boekenkast verklankt in de poëzie. Inspiratie in bestaande teksten. Want wat eerder geschreven werd misstaat niet, krijgt nieuw leven. Geen plagiaat verweven in de eigen woorden. Recycleschrift, junkwriting, script trouvé.
 
Wanneer ik mijn ogen sluit zie ik zijn woorden tot beelden worden. Adrie Krijgsman neemt mijn gedachten mee, wijst me de weg in zijn woorden. De zinnen lees ik over en weer, de regels beklijven wanneer ik de woorden stil in mezelf hardop herhaal. Het stemt niet vrolijk, maar is toch ook verre van depressief. Het zijn geen donkere voorstellingen die ik krijg opgediend en voorgeschoteld. Maar ze stemmen wel tot nadenken, extra overdenken, spiegelen.
 
In de gedichten van Krijgsman kom ik mezelf maar al te vaak tegen. Het sluit aan op mijn alledaagse ervaring. Ben ik van dezelfde generatie, dat de jas me zo past. Dat ik aanvoel wat zijn gevoel is bij de dingen. De dingen zijn de ideeën die mijn starende blik kruisen, die over zijn velden of daken komen aanwaaien. Ze passen, daarom vind ik het makkelijk ze te lezen. Verwonder me over hoe de woorden meanderen door de zinnen, dansen in de verzen. De stroom is onstuitbaar. Met lust duik ik erin, in wellust zwem ik erdoor.
 
“pochend zet ik mijzelf in de verf / met negatieve zekerheid van derving / de kleur is donker / de verflaag dof / ziekteverlof / sterving – daar lig je dan met veren in je reet” De teneur. De geest uit de fles in de bundel. Naargeestigheid zet zich om in serieuze scherts, levendigheid met pit. Krijgsman weet de gedachten raak te verwoorden. Woorden laten zich lezen tot regels en herlezen in verzen. Gaandeweg staat de schotel correct afgesteld en vangt de zin van “Bitter” op. Leest het eerst vreemd en afstandelijk, maar toch is het smaakvol en verteerbaar. Later is het als een warme deken, begrijpelijk en toenadering zoekend. Zoals een abstract kunstwerk niet meteen overeenkomstig mijn gedachten is. Het heeft tijd nodig in te dalen, zich vast te zetten in mijn blik. Dan krijg ik begrip omdat ik begrijp wat ik zie.
 
Zo leest ook de poëzie van Adrie Krijgsman. Bij nadere beschouwing omvat ik het, krijg ik relatie tot hetgeen ik lees. Eerst niet gemakkelijk, maar later eenvoudig wanneer je mee kunt op de deining van gedachten – niet zeeziek wordt. Bitter met de nasmaak van zoet. De titel van de bundel mag dan bitter zijn, ik lees geen gekwetst woord, nergens proef ik een sardonisch wrange toon. Wel ironie en sarcasme, maar dat houdt de blik scherp en de lezer aandachtig. Ik lees een opgeluchte zienswijze, omdat de schrijver zich kan wentelen in een ruim sop van opgetogen genoegen. Hij beziet monter de wereld, omdat hij die kan relativeren en van zijn zolderkamer er afstand van kan nemen. De overkill van amusante emotie via social media werkt als doekje voor het bloeden, het maskeert de werkelijkheid. De gedichten van Krijgsman zijn niet leuk en aardig, maar beschrijven in poëtisch beeldende woorden wel de realiteit.


Geplaatst

in

, ,

Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *

jQuery Tlačítko na začiatok by William from Wpromotions.eu