Onlangs heb ik in eigen beheer Herfstlied uitgebracht.
Herfstlied is een sonnettencyclus van twintig samenhangende sonnetten over de herfst en dan in het bijzonder over de levensherfst, over het ouder worden.
Eigenlijk is de reeks te beschouwen als een fel strijdschrift tegen dat proces.
Een eerste versie werd geschreven in 1994 en in 2015 enigszins aangepast. Het is niet eerder in druk verschenen.
Omdat het bij voordrachten vaak warm werd onthaald, is de reeks in 2016 alsnog in kleine oplage uitgebracht.
Een ‘voordrachtversie’ is te beluisteren op https://www.youtube.com/watch?v=pAbzFlkJaJo
“Iets wat iedere Assenaar op t nachtkastje mag hebben wat mij betreft.” (Bas Remmers)
Hier één van de twintig sonnetten
15
Flitsend voorwaarts, mee met ijle wind
van tijdgeest, wordt elke stap voor niets gedaan:
het ijdel doel verdwijnt waar men het vindt.
Het lenteloof in zoet en pril ontstaan
zwerft in de herfst al door een labyrint
van mist en wind door straten. En zal vergaan.
Het leven wordt kortstondig zwaan-kleef-aan
vergund. Niet méér dan dat, en onder kil bewind.
Ik dank mijn indifferente bestaan
aan deeltjes die menging aan willen gaan,
aan een tijdloze, kosmische wervelwind
die atomen uiteenslaat of samenbindt.
Ikzelf ben geen doel, maar wat in mij ontspint –
ik ben slechts voertuig in hún bestaan.
Geef een antwoord