EAN: 9789464486049
Auteur: Adrie Krijgsman
Titel: Dwarswegen
Uitgever: Brave New Books
Bindwijze: hardcover, 158 pagina’s
Prijs: € 44,95
Je kunt het boek bestellen bij elke boekhandel, of bij de uitgever Brave New Books.
Een paar reacties:
*
Van een goede vriend, de tekenaar Peter van der Weij, kwam op facebook al de eerste aanbeveling voor Dwarswegen binnen. Bevooroordeeld, zou je kunnen denken, maar dat zou ik zelf als een vooroordeel beschouwen, want we kunnen elkaar ook stevige kritiek leveren als dat nodig is.
“Nadat we gisteren de radiostudio van Omroep Assen uitliepen (om de expositie te promoten) kreeg ik van Adrie zijn verse boek met daarin een overzicht van al zijn schilder- en tekenwerk. Het is een flink oeuvre van ruim vijftig jaar aan onderzoek, worsteling, experiment en ontwikkeling. Onder het genot van een biertje hebben we het boek en inhoud en alles er om heen besproken – ik kan nog steeds enorm zeiken over typografische aspecten ontdekte ik. Maar ik ben een grote fan van de man en zijn werk en zou iedereen aanraden het boek te kopen en grondig te bestuderen. Om een uitspraak van Karel Appel te gebruiken: ‘de smeuïge geilheid van de verf’ druipt van iedere pagina!”
*
Op zijn weblog Kunst-stukjes schreef Jurjen K. van der Hoek op 1 maart 2022 een (prachtige) recensie over mijn boek Dwarswegen.
De dwarse wegen in het beeldend werk van Adrie Krijgsman
Voordat hij zich aan mij openbaart als beeldend kunstenaar ken ik hem als begenadigd dichter. Twee van zijn bundels mocht ik reeds becommentariëren. Een schrijver met scherp oog voor de kleine dingen in de nabijheid van zijn omgeving en de grote problemen verder weg op het wereldtoneel. Nu dan ligt een gebonden oeuvreoverzicht aan mij voor. Hierin laat hij mij, en anderen die de uitgave zich aanschaffen, een deel van zijn beeldende werk in verf, potlood en inkt zien. Maar ook keramiek en fotografie. Performance en installaties. En grafisch ontwerp en vormgeving. Krijgsman is een spin in zijn kunstweb, die aan vele touwtjes trekt. Een jongleur die diverse ballen in de lucht houdt.
De uitgave waar Adrie Krijgsman als veelzijdig kunstenaar in naar voren komt, is getiteld “dwarswegen”. Daarom omdat hij graag van het rechte pad afwijkt. Wars van wat hoort en volgens de grote gemene deler zou moeten, dwaalt hij liever af naar datgene wat hem plezierig voelt. Zo blijft hij dus niet voortgaan op de eens ingeslagen en vertrouwde weg. Probeert zichzelf voortdurend opnieuw uit te vinden onder de stelregel: waar je goed in bent moet je loslaten. “Tenminste, als je vooruit wilt. Wanneer je blijft doorgaan met iets wat je voldoende onder de knie hebt verval je al snel in herhaling”, schrijft Krijgsman in zijn voorwoord. In deze tekst verantwoordt hij de het stand komen van het boek. Waarom het me voorligt. Krijgsman heeft er geen boodschap mee, niet anders dan dat hij voor zichzelf en voor mij en de buitenwereld op een rij zet welk aandeel hij had en heeft in de kunstgeschiedenis. Zijn werk mag niet ongezien zijn.
In het boek laat Krijgsman zien wat hij in de loop van zijn werkbaar leven allemaal op papier heeft gezet, of anderszins in de wereld heeft geplaatst. Van krabbels uit zijn jonge jaren tot schilderijen die hij bij wijze van spreken vorige week heeft gemaakt. Daarin valt op dat het beeld alle kanten kan op schieten. Er is geen lijn te herkennen, niet anders dan dat de menselijke gedaante belangrijk is. In het begin, geheel in de stijl van de tijdgeest heeft de tekenaar een voorkeur voor het surrealistisch afbeelden van de wereld en het uitbeelden van zijn emotie.
De richting welke hij in zal slaan is nog niet duidelijk. Maar volgens zijn adagium zal deze ook niet helder worden. In zijn werken voelt hij zich vrij, onafhankelijk. Onbegrensd kan hij zijn eigen grenzen zoeken, het plafond vinden waar zijn kunnen het hoofd stoot. Maar onder dat uiterste haalt Krijgsman het maximale uit zichzelf. In het boek zie ik die ontwikkeling voorwaarts. Maar dan wijkt het werk af, zet de kunstenaar een stap terug om daarna in grote sprongen naar voren zichzelf in te halen. De inhoud lijkt een samenraapsel van stijlen, maar heeft een krachtige uitdrukking.
Krijgsman werkt in series om stijl en techniek tot op de bodem uit te diepen. En wanneer dan deze kunstuiting tot op het bot is uitgebeend, hij het maniertje wel kent, is het voor hem genoeg en voldoende. Dan is het dus geen kunst meer en wordt het een kunstje. Dan is de lol er voor hem af. De punt wordt een uitroepteken. Wil hij verder, groeien door te experimenteren. Eerder gebruikte elementen kunnen echter nog wel terug komen in een gewijzigde vorm en met totaal ander werk.
Zo zie ik, bladerend in het boek, dat op veel verschillende manieren het menselijk gezicht in diverse series en losstaande werken terug komt. De gezichten van Krijgsman zijn eigenlijk grimassen, maskers en mombakkesen. Geen ware afbeeldingen, imaginaire koppen. Zoals ik ze kan tegen komen in mijn dragdromen, nachtmerries. Een gezicht om je achter te verschuilen, wanneer ik de mimiek zelf opzet. Daarmee je ware zelf niet aan de buitenwereld te hoeven laten zien. Mijn ik verbergt zich. Maar, heel paradoxaal, Adrie Krijgsman toont zichzelf in die gezichten. Laat door de onwerkelijke gelaatstrekken, waarbij de ogen en mond soms onwerkelijke plekken hebben ingenomen, het zicht en zijn visie op de maatschappij zien. Een gelaatsuitdrukking die onecht lijkt maar een dieper gevoel losmaakt. Een cynische blik, een beeldgrap. Een cabaretesk voorkomen dat ik eerder zag in de kunst van Bram Vermeulen. Bram die ook vakkundig met taal speelt, evenals Adrie dat later na het beelden en verbeelden in voorstelling en illustratie tot het diepst van zijn wezen eigenzinnig zal doen.
Er valt te communiceren met het grootste deel van zijn oeuvre, vooral omdat daarin ogen spreken. Krijgsman richt daarin het woord tot mij, want hoewel niet met zoveel woorden gezegd heeft hij wel iets te zeggen. Hij heeft een verhaal. Geen boodschap. Na zijn voor hem meest productieve periode op het gebied van de beeldende kunst wordt het stil. Of althans zwijgen de kleuren, laten de vormen minder van zich horen en zien. Door materiaal en stijlen uit te graven, iedere mogelijkheid in gebruik van grondstof en vormgeving te peilen, wordt de beeldende scheppingsdrang minder dwangmatig. Wanneer de belichaming dan is af geschilderd en er enkel emotie overblijft gaat wat mij betreft de kwaliteit omhoog. Het sarcasme maakt plaats voor schilderkunstige uitbeelding. Een voorbeeld daarvan zie ik de rode abstracties. Krijgsman hoeft in verf of grafiet, met penseel of potlood, niet zo nodig meer commentaar te leveren. Dat kan dan wel met pen op papier in rijmende letters. Hij kan zichzelf zijn in het abstraheren. De werkelijkheid deduceren, zijn gevoel herleiden en afbeelden.
Een enkele keer maakt Krijgsman het totale lichaam, expressief of realistisch uitgewerkt, onderdeel van de compositie. Maar aangezien het gezicht het eerste element van het lichaam is waar wij naar kijken, waar het ene mens bij de ander op let, krijgt dat gezicht in het werk van Krijgsman de meeste aandacht. Daarna kunnen de ogen het lijf in geheel opnemen of kan de blik afdalen naar andere spots die van belang schijnen. Maar altijd zijn de oogopslag, de vorm van de neus en de trekken om de mond aanleiding iemand in ogenschouw te nemen.
Het is of naarmate hij ouder wordt de kunst zich stroomlijnt. Hij zoekt een vorm die weinig ruimte vereist, maar waarmee hij wel ruimte kan houden in zijn hoofd. De beelden hebben uitdrukking in woorden. Werd de kunst al gaandeweg volwassen, nadat hij eerst als een jongeling wild om zich heen sloeg en welhaast alles deed uitproberen, is deze in de poëzie positief bejaard geworden. Van jong via jong belegen naar belegen en oud. Maar de poëzie is geen onderwerp in dit boek. Het draait enkel om de uitingen in beelden, hoewel Krijgsman ook zeker een beeldende schrijfhand heeft.
De beeldende kunst schiet in alle windstreken. De wind van de inspiratie draait in iedere richting. Dat is het integrerende aan het oeuvre van Krijgsman. Er valt veel te zien. Het is een kijkboek. Een atlas van zijn kunst. Een plattegrond van zijn kunnen. Het geheel is meer dan de som van de delen. Hoewel de delen best afzonderlijk bekeken kunnen worden zonder dat het geheel uit het zicht raakt. Zijn kunst verplaatst zich langs zijpaden, volgt dwarswegen en raakt nauwelijks terug op de hoofdstraat, het voorplein. In teksten legt de maker dan nog de grote lijnen uit van wat ik in het boek zie. Het is een toevoeging die mijns inziens onnodig is, maar toch wel dingen duidelijk maakt zoals wanneer het de performance, de installatie en het drukwerk betreft. Het affiche- en folderontwerp vind ik in deze context minder interessant. Het toont de veelzijdigheid en is aardig voor de archivering, maar niet meer dan dat. Want eigenlijk wil ik alleen maar mijn ogen in de platen de kost geven. Mijn dorst stillen met de kleurige werken op doek, board en papier. Want het is een uitgebreid menu dat mij door Krijgsman is voor geschoteld. Smakelijk in eenvoud, gezout en gepeperd waar nodig. Een rijke waaier in kunstzin.
Zo de wind waait, waait zijn jasje niet. Geenszins. Krijgsman is een experimentor. Hij neemt de proef op de som dat tot een nieuwe uitkomst in zijn werken komt. Zo lijkt het oeuvre als los zand te zijn. Maar niets is minder waar. In vrijwel ieder afzonderlijk werk of in serie is de geest van Krijgsman merkbaar. Zijn vinger heeft het aangeraakt, er leven in geblazen. Niet tastbaar dan wel zichtbaar aanwezig, maar het gevoel dat hij er onbewust in heeft gelegd is invoelbaar. Dit boek is het leven in beeld, het zijn van Adrie Krijgsman.
Dwarswegen, beeldend werk van Adrie Krijgsman, een oeuvreoverzicht. Uitgegeven bij Brave New Books, 2022.