dichter, denker, kunstenaar

De lente van 23 (5) – Beschouwing


Novelle over een lustig verleden, een verlangend heden en een dreigende toekomst

Door Jurjen K. van der Hoek op zijn weblog

Hij gaat op reis in de lente van 23. Op vakantie in de herfst van zijn leven. Zoals hij dat voor deze al vaker deed. En weer doet, en nog eens. Hij is een notoire wandelaar, een fervent reiziger. Een pelgrim op weg naar gemaakte herinneringen. Daarvan doet hij verslag in weer een nieuwe handzame uitgave. Plaatst het verleden in het heden en kijkt bezorgd de toekomst in. Het reisverhaal dat hij over de tocht schrijft is een deel van zijn leven. Een dwarsdoorsnede van zijn voorjaar dit jaar. Het schijnt fictie, echter is de werkelijkheid. Door zich in een ander ego te verplaatsen over berg en dal, door bos en veld zet hij mij bij aanvang op het verkeerde been. Maar al snel vind ik tussen de regels door Adrie Krijgsman in de lente anno 2023. Kan zijn reis daarbij volgen op Facebook, de plek waar hij zijn muze Erato na jaren ook terug vindt. En vervolgens fysiek gaat vinden.

Op zoek naar de echte gefantaseerde dame die de hoofdpersoon in deze uitvoering opviel in zijn klas Nederlands toen vroeger. Een smeulend verlangen dat in hem is opgestookt door een digitaal evenbeeld. Heb ik niet zelf ook van die begeertes, zo’n hoop een verloren liefde eens terug te vinden. De kern is een onvervulde wens, die Krijgsman laat uitkomen. Een bedachte zucht naar genegenheid en samenzijn. Een droom die geen bedrog is. Hij houdt in zijn fantasie van de persoon als dichter, minder als vrouw. Maar de lust laait op wanneer hij haar ergens in Frankrijk ontdekt en zij zich tegen hem aanvleit.

De wandeling door tijd en fantasie lijkt kop en staart te hebben. En natuurlijk, begaafd schrijver als hij is, weet Krijgsman waar te beginnen en op het juiste moment te eindigen. Maar het is een begin waar welke ik met de deur in huis val. Daaraan is een open eind geplakt na een periode van omzwerving. Want natuurlijk is er een leven voor de lente en zet het door erna. De fantasie mengt zich naadloos met de werkelijkheid. Want gezet tegen de actualiteit van de klimaatproblematiek staat het als het ware in de schaduw van de aanstaande wereldcrisis. Een klein verhaal met een grote impact.
Op detail pikt het de vrolijke sfeer om niet in een depressieve stemming te geraken. Want het is nogal een kolossaal ding wat beschreven wordt. Als een Nostradamus voorspelt Krijgsman dat wat wij allen als struisvogels niet willen horen. En daarom leidt de onderhuidse lust, de liefde voor de natuur en de omgeving, mij af van de eindtijd. Krijgsman beschrijft de plek waar hij is met grote nauwkeurigheid en oog voor schoonheid. De geluiden die hij hoort, de geuren die hij ruikt. Het is alsof ik naast hem zit voor zijn tentje in het groene gras. Boom over zeespiegelstijging, opwarming van de aarde en een verhitte herinnering.

Het dunne boek laat zich makkelijk lezen. De novelle over 78 pagina’s leest voor de vuist weg. Ik las het tenminste in één adem uit bij wijze van spreken. In het begin van de morgen wandel ik met de schrijver door de omliggende straten. In het boek is het avond. Na de koffie deze ochtend kom ik met hem thuis na zijn rit naar Spanje en weer terug. Niet dat ik vluchtig over de woorden heen lees, geenszins. Ik overdenk ieder leesteken, elke letter. Krijgsman heeft een soepele manier van schrijven, waardoor ik niet de zinnen nog eens behoef over te lezen om er de kracht van te ervaren. Met hem droom ik van zijn Facebookgeliefde met de dreadlocks, zijn muze, Erato, de beminnelijke. Want door zijn schrijven is zij me na gaan staan en dicht aan mijn hart gekomen. Het boeiende schrift houdt de aandacht vast. Het verhaal is verslavend. Het moet in een poep en een scheet uit.

De tocht naar de muze leidt Krijgsman, aka de oudere docent Nederlands, naar Frankrijk en verder. Alleen, maar in gesprek met zichzelf. Dus dan ben je nooit eenzaam. Pas wanneer Erato in beeld komt wordt de tweespraak een echte dialoog. Maar zover is het uiteraard eerst nog niet. Krijgsman maakt zich dan druk over het klimaat. Over de toestand in de wereld. Met zijn revolutionaire jaren 60 mentaliteit kan hij het maar moeilijk verkroppen dat de aarde naar de verdoemenis lijkt te gaan.

Als een moderne Don Quichot strijdt hij tegen molens. Hij is tenslotte over de Pyreneeën op het Iberisch schiereiland. Het is daar in de lente van 23 extreem heet en droog, maar er valt ook sneeuw en het hagelt. Een perfect moment om los te gaan over de dreigende klimaatcatastrofe. Het is tijd om ogenblikkelijk het roer om te gooien. “Als ik die onmacht, of cynische onwil misschien wel, tot me laat doordringen word ik daar intens verdrietig van. En ongelooflijk kwaad!” Maar het boek is geen pamflet, geen tirade over het politieke klimaat. De boosheid is niet de ruggengraat van de uitgave. De wrevel zijn de benen waarmee het verhaal op vaste grond staat. Niet gaat zweven op de roze wolk van een onbereikbare liefde.

Adrie Krijgsman noemt de hoofdpersoon een wandelende tak. Op zijn eigen voettocht creëert hij met natuurlijke intelligentie een nieuwe werkelijkheid. Maar is die realiteit uit vers geoogste omgevingsbeelden, oude kennis, vooroordelen en fantasie wel zo origineel. Ik zou willen dat wat ik in de lente lees ongekend is, mij niet bekend voorkomt. Maar het verhaal staat zo dicht bij mijn eigen ervaring dan wel herinnering dat het oude koek lijkt. Krijgsman legt zichzelf veel vragen voor en zijn alter-ego weet daarop de antwoorden. Natuurlijk, want twee weten meer dan één. Mijmerend omschrijft hij sfeervol de omgeving. Filosoferend geeft hij behaaglijk beeld aan het zijn. Terloops ontrafelt hij de onmogelijke betekenis van het voorvoegsel ‘ont’.

Het boek gaat over vrijheid, radicale vrijheid van denken, van fantaseren. Fantasie met een harde kern van waarheid. In werkelijkheid zoekt Krijgsman de stilte, de rust, het ongerepte zijn, het kleine wezen. Doet dat op in “plaatsen die op sociale media niet te vinden zijn, waar geen influencer zich druk over maakt en waarvan hooguit een paar afbeeldingen in een nooit bekeken nisje op het internet circuleren”. En bij iedere kalme stilte, in elke serene rust, komt Erato in gedachten boven drijven. Want zij is zijn muze, zijn inspiratie om alles uit dat laatste stuk van leven te halen dat er onbewust inzit. In haar bijzijn aangekomen gaat hij haar troosten in haar verdriet. Zet hij zijn eigen ik aan de kant voor haar wezen. Zijn romantische verlangen gaat de koelkast in. In het boek bestaat die Erato, maar is zij wel een feit. Of is zij fictie. Krijgsman beschrijft haar als een duidelijk persoon, niet als een vrouw die in nevels gehuld ’s nachts aan zijn slaapkamerdeur klopt. Maar hij kan tussen de regels door ook haar talent najagen, er zijn eigen gave van maken.

Ik lees hem als een flegmatisch realist “die de werkelijkheid nooit helemaal, of misschien wel helemaal nooit, uit het oog verliest. Geen controlefreak is, maar wel alles onder controle houdt.” En toch laat hij een beetje onbezonnenheid, een beetje gekkigheid en ook zijn dwaze ‘confabulaties’ over verliefdheid soms toe. Wat is de werkelijkheid. Het staat als een huis, het leest als een tempel. Het is het evangelie volgens Krijgsman. De profetie van Adrie. Op zijn wandeling tegen het licht van de actualiteit neemt hij mij mee op een pelgrimstocht. Deze eindigt niet in Galicië, maar zet mij wel op het spoor van een onderhuids verlangen naar geborgenheid. De lust in een betere wereld. Want vroeger was toch echt alles beter en echter.

De lente van 23. Adrie Krijgsman. Uitgave in eigen beheer bij Brave New Books, 2023.


Geplaatst

in

Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *

jQuery Tlačítko na začiatok by William from Wpromotions.eu