dichter, denker, kunstenaar

Fijne kerst en goed nieuwjaar

Dwingend advies: trek handschoenen aan! Tegen pijnlijk porselein, uit de kast, waar lomp en ontactisch de olifant een pootafdruk in mijn gedachten deponeerde. Geelzuchtige schooljuf tot hond: ‘pootje?’

En was ik hier geboren, dan zouden honger en dorst mijn deel zijn, denk ik. Waar Wilders wil wet is, Omtzicht achteruit naar vieze kaneelkoekjes ruikt, de witte-stof-zuiger zijn eigen cryptomunt wil en de rest … ach de rest. De rest wandelt voort over smalle, utopische paden als religieuze voorkeurvolken altijd naar de belofte op weg. Schrale gedachten, in snel verwekend knekelvlees. Gesneden tekening, schuin op de schoolmuur, kindervisie op oorlog.

Door het landschap met warme, welbegaanbare wegen – een net met draden en mazen – waarlangs grijze nomaden de maaltijd gebruiken. Struiken buigen, godvruchtig. Vanuit hun luxe camper aanschouwen de grijze nomaden het buiten – ‘Kijk, oorlog’ – drinken er een biertje bij en knabbelen Lay’s chips, BBQ ham.

Sterke monden moeten het zijn, die onverschrokken weelde kunnen dragen, weelde die langzaam doorzakt naar de onderbuik. Stront wordt. Ik vlucht voor het vlotte gebabbel. Sabbel voort.

Alle soorten structuren, inclusief weefsels, zijn aan voortdurend verval onderhevig, niet noodzakelijk negatief, een ruwe structuur door traag verslijten gepolijst, door mijn denken begrensd, is wezenlijk van waarde. Bij ongewenste intimiteit geen slijtage, maar transformatie, verandering van vrij naar strafbaar feit.

De tijd heelt alle (weefsel) wonden niet, niet bijtijds, en het is verstandig om een quote van de Belgische dichter Eric de Preester toe te voegen: ‘maar de littekens blijven.’

Anderzijds veróórzaakt de tijd ook wonden, direct of indirect, met moleculair verval, veroudering, beschadiging of achteruitgang die zich geleidelijk manifesteert als gevolg van voortdurend gebruik of blootstelling, meestal een geleidelijke aantasting als gevolg van wrijven, schuren of wassen, maar ook door bruut geweld. De huid van de aarde vertelt, woordloos, meedogenloos.

Zoveel loos dat het boos maakt, juist vanuit die affectie en het eerlijke erbarmen – poëzie van Astrid Lampe, gelauwerd, ik stook er mijn levenssap uit.

Klopt de hofleverancier van een brief – geliefde zonder bestaansgrond? – de kakkerlakken wakker. Ik proest een zwakbegaafde passage aangaande ontucht met een vluchteling uit, een invasieve klimaatwandelaar? Niet raar doen, alles is al beschadigd, verpulvert en rafelt. Het leven. Tot het niet veel meer dan een insta-gram weegt.

(2022/23 – dit stukje is deel van een groeiend geheel)


Geplaatst

in

Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

* Copy This Password *

* Type Or Paste Password Here *

jQuery Tlačítko na začiatok by William from Wpromotions.eu