Vanaf 20 november 2022 is Tergus te bestellen bij boekhandels of de uitgever Brave New Books.
EAN: 978 94 6465 7548
Auteur: Adrie Krijgsman
Titel: Tergus
Uitgever: Brave New Books
Bindwijze: paperback, 220 pagina’s
Prijs: € 20,00
De achterflap zegt:
‘Tergus bevindt zich op een beslispunt in zijn leven. Hij zoekt een baken om zich te oriënteren. Een teruggevonden brief zet hem op het spoor naar een oude geliefde. Hoe interpreteert hij het verleden en hoe gaat zijn toekomst eruitzien?
Verleden en toekomst ontwikkelen zich langs twee parallelle lijnen, die in het verdwijnpunt op de horizon samenkomen. Is dat punt een eindpunt, of lopen de lijnen over de horizon door?
Een verhaal over een steeds verder ontsporende Tergus en twee vrouwen. De verleden-vrouw kent hij van een correspondentie, jaren geleden, en de toekomst-vrouw via een weblog. Beiden hebben ze iets met een plaats in Finland en met de componist Sibelius gemeen. Zijn zij één en dezelfde? vraagt Tergus zich af.
Een psycho-filosofisch verhaal over een sisyfusachtige queeste, verweven met commentaren van de schrijver en een zogeheten ‘Sprechhund’.
Een zoektocht naar verloren liefde, of een wrang sprookje?’
Om een indruk te geven over de schrijfstijl e.d. is hier een inkijkexemplaar met de eerste 22 pagina’s: Tergus inkijkexemplaar
Reacties:
*
Echt wel interessant, hoewel soms wat langdradig, maar dat is een beetje eigen aan romans (G.W.)
*
Uitgebreide beschouwing door Jurjen K. van der Hoek, 22-02-2023
Tergus, een dissociatieve identiteitsstoornis?
Op de letter is het een flinterdun verhaal, breedvoerig opgeblazen. Zo, zodat de lezer, wie dan ook, zichzelf erin kan vinden. Hoewel daar wel enige moeite voor moet worden gedaan. Het schrale gegeven betreft de herinnering. Het terugdenken aan een verloren liefde. Want hebben wij niet allen zo’n ervaring in het verleden. Dat je iemand ziet of treft waar een dusdanige aantrekkingskracht vanuit gaat dat je er een heel leven aan blijft kleven, figuurlijk gesproken. Daarbij is het verhaal grondig en gedetailleerd uitgedijd met beschouwende overpeinzingen. De gedachten gaan meermalen op de loop over alles en nog wat. Maar het slaat nooit de plank mis, is nergens geneuzel. Het maakt het verhaal zo dik als een deur naar toen, in nu en op de toekomst.
De hoofdpersoon in het verhaal van dichter, denker en kunstenaar Adrie Krijgsman, Tergus, heeft een dergelijke herinneringsbeleving. Met die heugenis probeert hij na jaren, als man op leeftijd, een kalverliefde opnieuw in zijn leven te brengen. De penvriendin diept hij op uit een stapel zorgvuldig bewaarde brieven, omdat hij op internet eenzelfde naam aantreft. Déjà vu. De dames, twee of één dat maakt Adrie niet volstrekt duidelijk, volgen samen een parallel spoor door zijn leven van nu, vanuit het verleden naar de toekomst, en zullen op de einder in een verdwijnpunt samen komen. Maar voor het zover is onderzoekt Tergus zijn herinneringen van gisteren in de gedachten van vandaag.
De vertelling van de dame en de heer kent vele omwegen en zijsporen. Krijgsman schrijft niet voor de luie, gemakzuchtige lezer lees ik ergens in het boek. Wanneer ik een makkelijk liefdesverhaal wil lezen pak ik er maar een doktersroman bij. Deze roman over de man Tergus is een boek voor elke dwaas die een vage jeugdliefde najaagt. Ik voel me aangesproken en met mij zovele meer, vermoed ik. Want zo’n vage jeugdliefde verschijnt uit de herinnering met het klimmen van de jaren. Het leven overziend, terugkijkend, is hij of zij daar plotseling weer en blijft in gedachten rondspoken.
Het verhaal gaat bij Neck om naar Den Haag, ofwel mijl op zeven. De gedachten gaan nogal heen en weer. De oplettende lezer zal thema’s terug ‘horen’ komen. Soms blader ik terug, omdat ik dan denk hoe zat het ook alweer, wie was dat dan, wat gebeurde daar toen en daar. Krijgsman merkt zelf op dat het geen lineaire roman is en dat er geen strikt chronologische volgorde inzit. “De tekst is springerig en danst met de allure van een turnster tijdens de vrije oefening.” En ik dans mee en kom een keur aan van alles tegen. Het heet een psycho-filosofisch verhaal te zijn. Maar niet hoogdravend en zeker niet in vaktaal geschreven. Het leest makkelijk weg, hoewel de gedachten amper kunnen afdwalen. Krijgsman houdt de lezer eenvoudigweg bij de les, door verleden en heden af te wisselen met de toekomst. Actuele zaken waartegen hij getergd aanschopt, dat kan op een afstandje als Tergus.
Krijgsman eigent zich mijn gedachten toe, zo zodat ik in zijn spoor wordt meegesleept het verhaal in. Tergus laat me niet los. Hij reageert al nadenkend en peinzend op het eigen zijn en daar zet hij dan de opborrelende hersenspinsels en gedachtenkronkels tegenaan. Want hoe vergaat dat mijzelf bij enige handelingen en activiteiten, meestal heb ik daar wel overdenkingen en bespiegelingen bij. Heb ik er goed aan gedaan of had ik beter zus en zo. Het zijn moet worden overdacht voordat het leven er vat op krijgt. Ga ik ervan uit dat schrijver en hoofdfiguur een en dezelfde persoon zijn, kan Krijgsman naast de schoenen van Tergus staan en zichzelf bekritiseren. En op de hak nemen in de vorm van der Sprechhund, een vervelende blaffer die al bijtend in de kantlijn acteert en relativeert. Waar kom ik deze drie-eenheid meer tegen. Adrie als de vader, Tergus als de zoon en de hond als geest. Maar wanneer Tergus dan bij de schrijver op de koffie komt sta ik weer zoals vaker in het verhaal op een verkeerd been. Is er sprake van een dissociatieve identiteitsstoornis. Alles kan op papier.
Door het boek heen namelijk dringt bij mij de gedachte zich op dat Adrie Krijgsman met zijn boek Tergus een autobiografie heeft geschreven. Dat het zijn verhaal is, dat hijzelf die Tergus is. De getergde ziel die maar niet de herinnering op de rit kan krijgen. Steeds gaat hij ten onder in zijn eigen verhaal, maar telkens weer komt hij uit zijn eigen woordgolven naar boven. Hij vist verder dan de zee naar het schier onmogelijke. En ergens wendt de camera zich van de set af naar de regisseur, die zijn script duidt. Op een filosofisch bedenkelijke manier omschrijft Krijgsman zijn hoofdpersoon, het hoe en waarom hij daaromheen zijn verhaal zet. Het nut van zijn roman. Maar heeft een verhaal een reden nodig, is er anders geen redden meer aan?
“Het is onduidelijk welke koers mijn denkrichting zal gaan volgen, of wat mijn motieven zijn…” De schrijver is zijn eigen keurmeester. Hij rafelt zijn schrijven, scheurt het uiteen om zichzelf voor zichzelf te kunnen uitleggen. Van de strijd om het verhaal te duiden is de lezer getuige. De hersenspinsels worden verantwoord. Als in een film die van de hak op de tak gaat en de kijker in verwarring brengt. De lezer van de roman moet wennen aan de commentaren die de schrijver op zijn eigen schrijven heeft. Van alle kanten wordt de schrijver becommentarieerd. Maar steeds is het de schrijver die deze getergde en kritische figuren podium geeft en het verhaal invoert. Het is alsof hijzelf zichzelf terecht wijst. Aan zelfkritiek doet in de andere hoedanigheden. Het lijdt regelmatig van het verhaal af, de filosofische bodemloze put in. Het houdt het verhaal op, maar maakt ook veel duidelijk.
De schrijver stelt zichzelf vragen en direct ook aan de lezer. Zo ga ik wel meer met aandacht om met het verhaal, omdat ik denk dat mijn visie waardevol is in de loop. Maar het zijn retorische vragen en het verhaal is verre van interactief. Ik heb geen vat op het beloop, ik kan niet een andere weg inslaan want de schrijver heeft al, hoewel hij daar zelf minder zeker van is, de richting bepaald. Krijgsman heeft een speelse geest, een filosofische trant van schrijven. Hij houwt de woorden op het papier zodat ze levende beelden worden. Hij is een lyrisch schrijver, die uiterst gedetailleerd de omgeving en de overdenkingen beschrijft. Met een stijlvolle uitdrukkingsvaardigheid, van zo’n intieme intensiteit dat het voor een liefhebber van taal, van mooie poëtische taal, alleen al daardoor de moeite waard is om ze te lezen. Hoewel het lijkt alsof de woorden hem gemakkelijk uit de pen vloeien, weegt hij ieder woord en elke zin zodat de regels diep overdacht met inhoud op papier staan. Het vergt voor de lezer aandacht om niet van het padje te raken en te tuimelen in het ravijn van de standaard roman. Zo standaard is deze roman niet, geen liefdesgeschiedenis van 13 in een dozijn. Of het zou het strelen van het eigen ego moeten zijn. Krijgsman zit in Tergus, maar door het verhaal in derde persoon te stellen kan hij het van zich af schrijven en hier en daar van commentaar voorzien waarbij een duiveltje nog eens ongezouten daar weer op reageert. Het vlecht zich welhaast onontwarbaar in elkaar, zie daar als lezer maar eens een touw aan vast te knopen.
Mengt zich al eerder het sprookje van Roodkapje en de Wolf zich in de tekst, aan het slot komt deze mare terug en vallen alle lekkernijen op de plaats. Hier blader ik weer terug om herinneringen op te halen. Weet ik nog wat ik gelezen heb, met aandacht. Want hoe zat dat met grootmoeder, waarvan de resten in de tuin worden gevonden. Wie is de wolf, is dat die keffende criticaster of was het Tergus zelf. Want dat keffertje raadde eerder de schrijver aan dat omaatje uit het verhaal te schrijven, wat deed die oude vrouw ertoe namelijk. Kill your darlings.
Overgenomen van https://www.tumblr.com/jurjenkvanderhoek/709955988534460416/tergus-een-dissociatieve-identiteitsstoornis